Heineken zag de boete verlaagd worden van 219,3 miljoen euro naar 198 miljoen euro. Bavaria moet 20,71 miljoen euro gaan betalen, terwijl er eerder een boete opgelegd was van 22,85 miljoen euro.

Heineken liet in reactie weten eerst het vonnis goed te besturen, voordat het een beslissing neemt over het opnieuw in beroep gaan. De onderneming betreurt het dat het Hof van Justitie de meeste van Heinekens argumenten terzijde heeft geschoven, maar het is blij met de verlaging van de boete. De 22 miljoen euro die het bedrijf teveel betaalde zal als een bijzondere post terugkomen in de jaarresultaten over 2011 aldus Heineken.

Hoger beroep

De brouwers kregen de boetes in 2007 opgelegd door de Europese Commissie wegens kartelvorming op de Nederlandse biermarkt. Tegen de beslissing werd beroep aangetekend.

Ook Grolsch kreeg destijds een boete met een prijskaartje van bijna 32 miljoen euro. Hierover heeft het hof in eerste aanleg geen andere beslissing genomen.

InBev

De boetes werden destijds uitgedeeld door eurocommissaris Neelie Kroes (Mededinging). Volgens Kroes was er sprake van een 'hardcore-kartel', wegens de lange duur en vergaande afspraken over een erg populair product in Nederland. De vier bierbrouwers, naast Heineken, Bavaria en Grolsch deed ook het Belgisch-Braziliaanse InBev mee, hebben volgens Kroes in elk geval tussen 1996 en 1999 de markt verdeeld en de prijzen kunstmatig hoog gehouden in Nederland.

InBev's boete werd kwijtgescholden aangezien de brouwer zo goed had meegewerkt aan het onderzoek.

De hoogte van de geldsommen was opvallend. Heineken kreeg de hoogste boete omdat het bedrijf het grootste marktaandeel in Nederland heeft. Omgerekend naar de nettowinst moest het concern twee maanden werken om de boete terug te verdienen. Voor het veel kleinere Bavaria was die tijd veel langer: drie jaar.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl